In de cursus wordt een theoretische basis gelegd, ondersteund met casuïstiek en veel praktijkvoorbeelden. De dag staat daarnaast in het teken van het oefenen van praktische vaardigheden, waarbij gewerkt wordt met verschillende vogelsoorten.
De volgende onderwerpen komen aan bod:
- Welke vragen en wedervragen stel ik aan de vogelhouder, om de ernst van de situatie in te schatten en zodat de dierenarts een goede anamnese kan stellen?
- Veelvoorkomende ziektebeelden en aandoeningen bij vogels en jouw rol hierin als paraveterinair.
- Praktijklessen waarin kanaries, grasparkieten, agaporniden en watervogels worden gevangen, gehanteerd en onderzocht. Tevens is er ruimte voor het knippen van nageltjes, het inbrengen van een kropnaald, de inzet van een ringentang en het gebruiken van een net.